Speeltip
0-6 jaar
Bijten
04 / 02 / 2024
Print      Download PDF
Uit de kindermond: “Ik heb gebeten”

“Ik schrok heel erg ... Bas duwde de toren die ik maakte zomaar omver. Hij pakte mijn blokken af en liep weg. Dat wou ik niet, het waren mijn blokjes! Ik beet in zijn hand zodat hij de blokjes zou loslaten. Plots huilde hij heel hard! Ik begreep niet goed wat er gebeurde. Hij liet de blokjes we?l vallen. Kinderbegeleider Tania kwam bij me zitten. Ze begreep gelukkig dat ik het niet fijn vond dat Bas mijn blokken zomaar afpakte. Ze vertelde dat hij zo huilde omdat ik hem pijn gedaan had, ik had hem ‘gebeten’. Bijten mag niet. Ik wou gewoon mijn blokjes terug ... Tania heeft Bas verteld dat hij de blokjes niet zomaar mag wegnemen. Samen met Bas hebben we de toren opnieuw gemaakt, dat vond ik leuk.”

Waarom bijten kinderen?
Peuters worden overweldigd door heftige emoties die ze soms uiten met bijten, roepen, wenen, slaan, schoppen of .... Dit hoort bij hun ontwikkeling. Aanmoediging en oefening om zich anders te uiten, zal het bijten verhelpen. Het is een normale reactie en gaat vaak vanzelf over wanneer het kind verder ontwikkelt.

Er zijn verschillende redenen waarom kinderen bijten:

  • Ze hebben een eigen wil (bv. niet willen delen)
  • Ze zijn gefrustreerd (als iets niet lukt of niet loopt zoals gewenst)
  • Ze willen iets duidelijk maken en moeten nog leren hoe ze hun behoeftes of gevoelens kunnen uiten (moe zijn, boos zijn, ...)
  • Ze hebben stress (onveilig gevoel, onduidelijke regels en verwachtingen, ...)
  • Ze willen contact maken met een ander kind
  • Ze imiteren een kus (maar niet weten dat ze hun tanden niet moeten gebruiken)
  • Ze experimenteren, ze zijn nieuwsgierig (wat gebeurt er als ik in een arm bijt)
  • Ze hebben pijn (bv. uitkomende tandjes)
Doe jij genoeg om bijtgedrag te voorkomen?
Doe de test
Voor elke vraag waar je "ja" op antwoordt, krijg je 1 punt. Tel je punten op en lees hieronder het resultaat.
 
1

Ik zorg voor structuur en duidelijkheid in mijn inrichting. Ik heb duidelijk afgebakende hoeken. Kinderen kunnen het speelgoed zien en zelf nemen.

2

Ik zorg voor structuur en duidelijkheid in het verloop van de dag. Ik vertel kinderen wat er gaat komen en maak gebruik van vaste rituelen die elke dag herhaald worden (vb. liedje om op te ruimen, om te gaan eten, ...).

3

Ik voorkom dat kinderen zich vervelen door hen spelimpulsen te geven, uit te dagen en voldoende speel­goed aan te bieden, rekening houdend met interesse en leeftijd.

4

Ik ken de verschillende redenen waarom kinderen bijten. (zie ‘Waarom bijten kinderen?’)

5

Ik ben consequent en duidelijk, ik herhaal grenzen en weet dat dit een lang proces kan zijn. Kinderen weten wat mag en wat niet mag in de opvang.

6

Ik erken en benoem de emoties van kinderen (ook bij baby’s) en leer hen deze te uiten op een aanvaardbare manier (bv. praten, op de grond stampen, ...)

7

Ik reageer onmiddellijk en duidelijk naar het kind dat gebeten heeft. Ik zeg dat bijten pijn doet en dat we ande­ re kinderen geen pijn doen.

8

Ik ga op zoek naar waarom een kind gebeten heeft. Ik verplaats me in het hoofd van dat kind, waar heeft het kind het moeilijk mee?

9

Ik moedig kinderen aan om het terug goed te maken (sorry zeggen, een aai, een tekening maken enz.). Ik verplicht dit niet.

10

Als een kind bijt om te reageren op een ander kind, leg ik uit hoe het beter zou reageren (bv. vragen om mee te spelen i.p.v. afpakken,...)

11

Ik benoem het gewenste gedrag. Ik zeg dat bijten niet mag, maar geef ook een alternatief (boos zijn,...).

12

Ik geef het kind de boodschap dat het er niet alleen voor staat, dan ik er ben om te helpen waar het nog niet alleen lukt. Dit kan zijn tussenkomen bij een ruzie, een frustratie wegnemen enz.

13

Ik geef het goede voorbeeld en bijt zeker niet terug.

Resultaat: punten
Download je resultaat

0-5 punten
Je zet nog te weinig in op het voorkomen van bijt­ gedrag in je opvang. Bekijk de vragenlijst nog eens. Elke vraag is een voorbeeld of tip waarmee je aan de slag kan gaan. Door duidelijkheid en structuur te brengen in je inrichting en dagverloop, geef je kinderen een veilig gevoel en vermijd je stress. Bespreek samen met je team, je verantwoordelijke of een inspirerende collega hoe je hierin kan groeien. Neem zeker ook de informatie door over de redenen waarom kinderen bijten en het stappenplan ‘om­ gaan met bijtgedrag’. Maak de test opnieuw nadat je je werkpunten aangepakt hebt. Geef jezelf de nodige tijd om hierin te groeien.

6-10 punten
Je bent op de goede weg. Toch kan je nog groeien in het voorkomen van bijten. Denk na over wat je nog kan verbeteren. Je kan de vragenlijst er terug bijnemen. Op welke vragen antwoordde je ‘neen’? Ga hiermee aan de slag. Neem het stappenplan ‘omgaan met bijtgedrag’ en de informatie ‘hoe communiceren over bijtgedrag met ouders’ door en pas je handelen stap voor stap aan.

11-13 punten
Jij pakt bijtgedrag al goed aan in je opvang. Je bent je bewust van de redenen waarom kinderen bijten en zet in op preventie. Je weet dat bijtgedrag een mogelijke stap is in de ontwikkeling van een kind. Je benadert de kinderen individueel, zowel het kind dat bijt als het kind dat gebeten is, en moedigt hen aan om het terug goed te maken. Loopt je communicatie met ouders rond bijtgedrag ook al vlot? Hierbij kan je misschien nog een aantal tips gebruiken. Neem de informatie onder ‘hoe communiceren met ouders over bijtgedrag’ nog even door.

Communiceren met ouders over bijtgedrag: 7 tips

1. Informeer ouders op voorhand. Geef hen informatie over bijtgedrag bij de start van de opvang en leg uit dat dit bij de ontwikkeling hoort.

2. Breng de ouders van het kind dat gebeten is op de hoogte:

  • Informeer de ouders correct over het hoe, waar en wanneer: “ik heb een vervelende boodschap, je kind is gebeten.”
  • Verduidelijk welke stappen je ondernomen hebt en welke stappen je nog zal ondernemen “ik heb je kind verzorgd en getroost. Ik besef dat dit geen leuk nieuws is. Ik hield toezicht en blijf dit doen.”
  • Geef ouders de kans om hun gevoelens te uiten, neem dit niet persoonlijk en toon hier begrip voor.
  • Je hoeft je niet te verontschuldigen want bijten kan je niet helemaal voorkomen zolang peuters nog niet geleerd hebben om op een aanvaardbare wijze heftige emoties te uiten.

3. Bespreek het bijtincident ook met de ouders van het kind dat gebeten heeft:

  • Informeer de ouders correct over het hoe, waar en wanneer: “ik heb niet zo’n leuk nieuws, uw kind heeft iemand gebeten.”
  • Verduidelijk hoe je met het bijtgedrag zal omgaan en beantwoord eventuele vragen.
  • Herkennen ouders dit gedrag thuis ook? Hoe gaan zij ermee om? Hoe kan de aanpak thuis en in de opvang op elkaar afgestemd worden?
  • Bekijk samen wat haalbaar en wenselijk is om het kind te helpen om zijn heftige gevoelens op een andere wijze te uiten bv. eens stampen op de grond is beter dan een ander kind bijten, schoppen of slaan.

4. Benoem het gedrag en niet het kind. Spreek over ‘een kind dat bijt’, niet over ‘de bijter’.

5.  Spreek over ‘het kind dat gebeten heeft’ en ‘het kind dat gebeten is’. Termen als ‘dader’ en ‘slachtoffer’ zijn zware woorden die naar criminele feiten verwijzen.

6. Hou rekening met de regels rond privacy: vertel niet aan de ouders welk kind gebeten heeft.

7. Nazorg: informeer de dagen nadien bij de ouders hoe het met de kinderen gaat. Vertel hen ook hoe het nu in de opvang verloopt.

Omgaan met bijtgedrag in 10 stappen

Download (PDF)
Bronnen
1
2
3
4
5
6
Deze website gebruikt cookies. Door verder te gaan op de site ga je akkoord met onze cookie policy.