.jpeg&w=225)
Mijn petekind was aan het tekenen en telkens als de muziek stopte en een ander liedje op de radio kwam, stopte hij met tekenen tot het volgende lied aan bod kwam.
Leg muziek op. Je kan kiezen voor gekende kinderliedjes maar je kan ook kiezen voor muziek die de kinderen niet zo vaak horen zoals klassieke muziek of een stukje jazzmuziek of instrumentale muziek of... Laat de kinderen vrij bewegen op de muziek. Stimuleer hen om te zwaaien met hun armen. Zwaai maar met je armen, Felix! O, we zijn waaiende bomen (als de muziek bijvoorbeeld wat wilder is). O, maak maar kleine bewegingen Marie (als de muziek bijvoorbeeld wat rustiger is).
Na het dansen kunnen de kinderen naar de tafel gaan. Op de tafel staat verf en penselen en water. Ieder kind krijgt een groot wit blad papier. Vertel dat ze mogen schilderen met hun ogen dicht of met hun ogen open. Ze mogen kiezen. Als de muziek begint, mogen ze beginnen met schilderen. Als de muziek stopt, moeten ze stoppen. Ze mogen kiezen wat ze schilderen. Je kan dit herhalen zo vaak je wil. Zorg voor verschillende soorten emoties in je gekozen muziek.
Je kan ook werken met telkens doorschuiven. Zo werken de kinderen niet aan hun 'eigen' tekening maar werken ze samen aan het schilderij.
Of je werkt met een groot blad op de vloer en de kinderen mogen telkens doorschuiven.
