De oudste kinderen van de babygroepen hebben duidelijk behoefte aan extra beweging en nieuwe uitdagingen.
Baken een deel van de ruimte af. Leg (val)matten, kussens, modules, kruiptunnels,... Maak afspraken wat wel en niet kan. 'We slaan niet met de kussens op elkaar.' Laat de kinderen vervolgens de ruimte onderzoeken.
Observeer wat ze doen. Deel mee in het spelplezier. 'Amai, dat is een hoge toren.' Stimuleer kinderen om hun grenzen te verleggen. 'Sinem, jij kan dat wel.'
Toen we dit deden, werden enkele kinderen iets te enthousiast waardoor andere kinderen afstand namen.
We splitsten de groep en maakten twee 'kussenpleinen' in de groep. Beide groepen konden zich uitleven.
Heel beweeglijke kinderen worden vaak bestempeld als té wild en té druk. Een 'wilde zone' in of vlakbij elke groep is echter een must voor deze kinderen. Ze verdienen een uitlaatklep in plaats van geregelde begrenzing.