Ruby was met wat moeite op de tafel geklommen en zei trots: Kijk, ik ben hier.
Maak met de kinderen die willen een hoogteparcours. Ruby, zullen we verder bouwen?
Vraag aan de kinderen waar ze graag eens op willen klimmen. Myria, denk jij dat je op de lage kast kan klimmen? Maak een parcours doorheen de zaal, door tafels, stoelen, kleine kasten... achter elkaar te zetten.
Schat bij elk voorstel van de kinderen in of het niet té risicovol is. Kasper, we gaan niet op de hoge tafel klimmen. De zetel is een goed idee, Jules, die mag je dichterbij schuiven. Misschien kunnen we een loopbrug met ladder naar de tafel bouwen?
Daarna kunnen de kinderen om beurt het parcours proberen. Laat ze kiezen wat ze durven doen en wat ze niet doen. Lena, denk je dat het gaat lukken zo?
Geef de kinderen de tijd om op ontdekking te gaan. Laat hen elementen aanpassen als het niet goed gaat of nog uitdagender mag zijn.
Zorg bij de hoogste punten voor een valmat. Hou bij deze activiteit voortdurend toezicht. De oudere kinderen kunnen de jongere kinderen hier ook bij helpen.