Vaak wordt hetzelfde speelmateriaal aangeboden aan de kinderen en zijn de kinderen snel uitgespeeld ...
Vul de zakjes met verschillende soorten (open) speelmateriaal en hang ze ergens in de buurt van de speel- en leefruimtes.
Neem regelmatig één of meerdere zakjes mee naar de eigen groep, bijvoorbeeld vlak voor een wachtmoment. Bied de zakjes aan de wachtende kinderen: "Wat heb jij in je zakje zitten?" "Wat kan je daar allemaal mee doen?" "Kijk eens naar Mara, zij heeft haar olifant op een grote, houten blok gezet. Zo wordt de olifant nog groter."
Zorg ervoor dat alle materiaal terug in een zakje zit, als de kinderen zijn uitgespeeld. De oudste kinderen kunnen hier mee helpen: "Mara, steek jij de blokken en de dieren terug samen in je zakje?" "Wie had er de papiersnippers? Ik heb er hier nog een aantal gevonden ...".
Je kan de zakjes regelmatig vernieuwen en weer vullen met ander klein open eindmateriaal: autootjes en popjes, eikels, denappels, noten ... Of je maakt nog kleinere zakjes met linten, steentjes, schelpjes ...
Reserveer deze zakjes voor momenten waarop het gewone kinderspel wat stilvalt, zoals wacht- en overgangsmomenten (verzorgen, eten, slapen, brengen en halen). Vaak heb je dan minder tijd om echt mee te spelen met de kinderen. Met deze zakjes bied je de kinderen toch weer nieuwe ontdekmogelijkheden waar ze zelf mee aan de slag kunnen gaan. Alles is mogelijk!
Als je de zakjes aan baby's of kruipers aanbiedt, zorg dan dat de "inhoud" niet te klein is, zodat ze veilig kunnen ontdekken. Bij deze doelgroep kan je bijvoorbeeld focussen op het voelen van materialen: hard, zacht, ruw, met hobbeltjes, heel glad, warm, koud ...