Ik zie de kinderen aan het raam staan. Ze kijken naar de wolken en wijzen ernaar. Ik wil dat graag versterken door met hen wolken op het raam te schilderen.
Neem sponzen en witte verf. 'Willen jullie graag een wolk schilderen?'
Toon de kinderen hoe je op het raam kan schilderen. 'Met een beetje verf op de spons kan je stempelen'.
'Waar wil jij graag een wolk stempelen, Nisa?' Ondersteun de kinderen in het experimenteren met de sponzen en de verf. 'Wat zie je als je de verf op het raam doet?'
De kinderen waren geboeid bezig met de verf op het raam. Ze maakten verschillende wolken. Achteraf was het leuk om de wolken te vergelijken met de wolken in de lucht. 'Zie je een wolk in de lucht die lijkt op jouw wolk op het raam?'
Je kan de verf vervangen door zelfklevende folie en dun wit papier, bijvoorbeeld het papier waarin nieuwe schoenen verpakt zijn.