Enkele kinderen plukten enthousiast gras tijdens vrij buitenspel. Eén van hen raakte gefrustreerd gezien het geplukte gras niet goed op één hoop bleef liggen.
Plaats een doorzichtig plastieken potje vlakbij het hoopje gras. Wacht af of ze dit al dan niet integreren in hun spel. Grijp in waar zinvol 'Dorien, Ik zie dat jij ook een potje wil. Je vindt ze in de kast onder de afwasbak. Neem maar.'
Op een gegeven moment voegde Jean-Luc kleine stenen toe aan zijn potje. Hij bood het mij aan als 'soep met balletjes'. 'Zo, heb jij soep met balletjes gemaakt? Wat leuk.'
Wacht zijn volgend initiatief af. Stel eventueel een gerichte vraag 'Wat moet ik doen met jouw soep?' Je hoofdtaak blijft gericht observeren.
Tracht de fantasie van de kinderen zo min mogelijk te sturen. Wij hebben bijvoorbeeld de neiging om bij het aanbod van een tas (fantasie)soep te antwoorden met 'Mag ik eens proeven?'. Terwijl je gewoon kan antwoorden met 'Dank je' en dan kan afwachten wat het kind al dan niet van jou verwacht in zijn fantasiespel.