De kinderen gebruiken het speelfruit en speelgroenten in hun fantasiespel. Ze vertellen erover dat ze thuis ook een appel eten bijvoorbeeld of een koekje. Of dat mama en papa worteltjes hadden gemaakt. Op die manier gaan ze op in hun fantasiespel.
Omdat de kinderen het fijn vinden om te spelen met het speelfruit en de speelgroenten hebben we geprobeerd om een 'speciaal' winkeltje te maken en dat speelklaar te zetten. Niet zomaar een winkeltje maar een winkeltje met hangend fruit en hangende groenten om op die manier een nieuwe speelervaring toe te voegen. Het speelfruit en de speelgroenten hangen op verschillende hoogtes met touwtjes en wasknijpers aan een draad. De kinderen kunnen stapstenen of een stoeltje gebruiken om te 'winkelen'. Hey Celien, wil jij een tomaat voor in jouw spaghettisaus? Waar hangt de tomaat? O, daar, zo hoog. Hoe kun je daarbij, Celien? O, je gaat de stoel gebruiken. Goed hoor. Klim maar, ik sta bij je!
Probeer om 'lijm in je zakken' te hebben als de peuters beginnen klauteren. Ga erbij staan, bemoedig hen maar neem niet over. Als de peuter te angstig is om te klimmen of te klauteren ondanks de positieve bevestiging, dwing je hem best niet.