• Wat valt je op?
• Wat vonden de kinderen van de speelactiviteit?
• Waaraan zag je dit?
• Wat zie je de kinderbegeleider doen?
• Wat zou jij ook doen?
• Wat zou jij anders doen?
• Welke vervolgactiviteit zou jij doen na deze speelactiviteit?
Een papa vertelt hoe Billie dit weekend eerder wou spelen met de slagroom van de taart, dan ervan te eten.
Maak de speelruimte zo leeg mogelijk. "Wie helpt er even alle stoelen aan de kant te zetten?"
Leg enkele doeken of een zeil op de grond.
Nadien worden de kinderen uitgekleed. "Flink zo Sarah, jij kan al zelf je kousen uittrekken."
Plaats enkele plastieken bakken op de grond met allerlei speelmateriaal en levensecht materiaal erin zoals lepels, pollepel, keukenklopper, potjes…
Doe nu scheerschuim in de bakken en op de kinderen hun benen. "Wie helpt me om scheerschuim in deze bak te spuiten? Oh, Mehmet, jij smeert je benen vol!"
Laat de kinderen vrij experimenteren. In het begin zijn ze zeer voorzichtig en afwachtend. Eens ze het materiaal kennen, beginnen ze pas echt te spelen en te ontdekken wat ze met het scheerschuim kunnen aanvangen. Na de speel- en belevingsactiviteit worden de kindjes helemaal netjes gewassen en aangekleed. De speelruimte wordt weer de bekende alledaagse ruimte.
Deze activiteit vraagt permanente begeleiding.