De kinderen doen vaak dierengeluiden na. Wanneer ik voorlees uit prentenboeken, volgt er steevast bij elk dier een bijhorend geluid.
Neem een brede strook papier en niet deze tot een kroon rond het hoofd van de kinderen.
Print enkele prenten van verschillende dieren. Laat de kinderen een dier kiezen om op de dierenhoedjes te kleven. "Wat kies jij, Steffi? Een poes!"
De kinderen gaan ver genoeg uit elkaar staan. We ademen even diep in en uit.
Eén kind start de kreet door heel luid bijvoorbeeld 'Miaaaauw' te roepen. Hierbij doet hij een stap naar voren in de kring en strekt zijn armen voor zich uit. Alle kinderen doen dit na. Daarna roepen we samen 'ZIMBA!' en steken we onze handen in de lucht.
Na deze activiteit maken we alle spieren in ons lichaam los door er zachtjes mee te bewegen/draaien en te stretchen.
Deze activiteit biedt ons wat ontspanning, want ook bij de kinderen merken we wat stress in deze tijd...
Op drukke momenten brengt een dierenkreet rust.
Varieer zo veel als je wil in dierengeluiden
Je kan ook bewegingen toevoegen: de grond raken, springen, hurken, een kip nadoen, ...
Je kan de dieren nabootsen in een volgorde: één kind doet een geluid na en dan is het aan het kind ernaast, tot je de kring rond bent.
Gebruik de dierenhoedjes voor verdere impulsen: dierentuin, oppasser, ...