De kinderen zagen een grote spin in een web hangen, vlakbij de ingang van de opvang. Ik wou samen met hen ook zo'n web maken.
Verzamel de kinderen in een kring. Geef één kind een bol wol. 'Je mag die naar iemand anders gooien en zelf de wol vasthouden'. Laat de kinderen kiezen hoe ze de bol het liefste gooien, en naar wie. 'Oh, jij gooit precies wel ver, Rikki'.
Ga zo een tijdje door. 'Kijk, zo ontstaat er een spinnenweb'. Maak het web nog wat sterker, samen met de kinderen.
'Kan er al een spin in wonen?'. Zoek een bal of iets anders om de spin na te bootsen. 'Gaan we eens kijken of de spin in het web kan blijven?'
Samen met de kinderen kan je testen of het web stevig is: gooi de spin een paar keer op en neer. 'Valt de spin erdoor of kunnen we die vangen?'
Je kan er ook een gedicht bij verzinnen: telkens als je de spin gooit zeg je 'spin, spin, blijf erin' samen met de kinderen.