Tijdens de knutselactiviteit zag ik hoe de kinderen gefascineerd waren door de wiebelogen die we gebruikten.
Neem een plastiek mapje en doe er een paar soeplepels haargel in en enkele wiebelogen. Teken op het mapje enkele (dieren)gezichten.
Toon het nieuwe materiaal aan de kinderen. 'Kijk, je kan de ogen bewegen'. Geef hen tijd om uit te zoeken hoe het werkt. 'Dat voelt raar he, Isha?'.
De kinderen die willen, kunnen de ogen op de juiste plek proberen te krijgen, door op het mapje te duwen.
Je kan het moeilijker maken door verschillende groottes van wiebelogen te gebruiken en verschillende dieren, zodat de kinderen de ogen bij het juiste dier kunnen doen passen.