Ik zie hoe Ada met haar fiets in de struiken rijdt en daar veel plezier mee beleeft.
Maak samen met de kinderen een vernieuwend fietsparcours. Vraag aan hen waar ze graag eens zouden willen fietsen. Geef alle kinderen die willen meedoen de kans om hun ideeën in te brengen.
Bouw samen met de kinderen het parcours op. Baken het af met touw of afbakenlint. Zoek met de kinderen extra hindernissen en ideeën voor de route. Zullen we door de modderplas gaan, of niet? Goed idee, Nora, je kan de kegels daar zetten.
Test de route uit met verschillende fietsen of ander rollend materiaal. Simon, ik zie dat je met de step wil, doe maar.
Na wat oefenen kunnen de kinderen die willen een wedstrijd doen. Leg de nadruk niet op winnen of om het eerst, maar motiveer de kinderen om de verschillende hindernissen uittesten. Lukt het om in het zand te fietsen, Miro?
Misschien willen de andere kinderen wel komen kijken en supporteren.
Je kan ook vooraf een plan uittekenen. Teken een plan samen met de kinderen op een groot blad. Ada, waar wil jij langs fietsen? Welke kant gaat het daarna uit? Laat de kinderen rondlopen op het terrein om duidelijk te maken hoe ze het zien.
Je kan deze activiteit ook in de buurt doen, als jullie terrein zelf geen variatie genoeg heeft. Neem de fietsen mee naar het park of zoek een doodlopende straat met een brede berm.