Vertelkoffer
Aanleiding

Het boek 'Rupsje Nooitgenoeg' wordt vaak door de kinderen gekozen voor ons voorleesmoment nét voor het middageten. Ze kennen het verhaal ondertussen heel goed en genieten van de herhaling. Ze zijn vaak zo enthousiast dat ze elkaar verdringen rond het ene boek.

Verloop

Maak samen met de kinderen een verteltas of een vertelkoffer waarin je alle attributen van het verhaal verzamelt. 'Wat eet onze rups graag?' 'Kijk, Rashida heeft al een appel gevonden in de keukenhoek. Doe ze maar in de tas.' Doe eventueel wat extra exemplaren (in diverse uitvoeringen) in de tas.

Kies samen met de kinderen een geschikte plaats voor jullie dagelijks ritueel. 'Dit lijkt me inderdaad een prima plek Joost. Heerlijk rustig en iedereen kan comfortabel zitten.' Neem plaats tussen de kinderen zodat ze makkelijk kunnen inspelen op het verhaal. 'Kalid is al nieuwsgierig naar het verhaal in onze tas.' Laat de kinderen het materiaal in de tas verkennen. 'Dankjewel Dorothy voor het boek. Zullen we samen eens kijken wat er in het boek staat?'

Vertel zo interactief mogelijk. Speel in op de initiatieven van de kinderen. 'Wil je nog eens naar voor bladeren Félice? Prima, blader even in dit boekje, dan vertel ik verder uit een ander exemplaar.'  'Oh! Nu heeft onze rups nog honger... Wat eet hij nu?... Kan je dit ook vinden in onze tas?'

Het was even wennen aangezien het vertelmoment nu iets chaotischer verloopt. Tegelijkertijd was de betrokkenheid van de kinderen beduidend hoger. Elk kind ging op zijn manier aan de slag met het verhaal.

Variaties

Nodig ouders uit om een eigen verteltas te maken met het favoriete boek van hun kind. Altijd leuk om hen uit te nodigen in de groep om het verhaal te vertellen in de taal van hun keuze. Het is erg versterkend voor jonge kinderen om iemand uit hun naaste omgeving in de opvang te horen vertellen, al dan niet in hun moedertaal.

Ingezonden door Leefgroep de Nijntjes (KDV 't Nestje vzw) – 24 mei 2016.
Evaluatie
1. Wat vonden de kinderen van de speelactiviteit? Waaraan zag je dit?
2. Wat zou je opnieuw/meer doen?
3. Wat zou je anders doen?
4. Welke activiteit sluit hier op aan en kan je hierna doen?
Evaluatie
1. Wat vonden de kinderen van de speelactiviteit? Waaraan zag je dit?
2. Wat zou je opnieuw/meer doen?
3. Wat zou je anders doen?
4. Welke activiteit sluit hier op aan en kan je hierna doen?
1
2
3
4
5
6