We gaan regelmatig op stap in de buurt. De kinderen worden automatisch aangetrokken door de bloemenpracht onderweg.
Neem de tijd om stil te staan bij de bloemen onderweg. 'Ruikt die bloem lekker Evi?' 'Ja Mathis, dat prikt aan de steel. Kijk maar eens, deze heeft doornen.' 'Oh Feline, we gaan deze bloemen niet trekken.'
Ga langs bij een lokale bloemenwinkel of een plukweide waar de kinderen diverse bloemen kunnen observeren. Laat elk kind een bloem kiezen die we meenemen voor onderzoek. 'Roos, waarom kies je deze bloem?' 'Kijk nu, Feline heeft een pionroos gekozen. Klopt, dat lijkt wel een bal.' 'Roos heeft een witte Freesia. Die heeft heel wat kleine bloemen aan een tak.'
Voorzie eventueel onderzoeksmateriaal moesten de kinderen (delen van) de bloem willen onderzoeken.