Familie troost
Aanleiding

Vertrouwde personen zijn een belangrijk deel van het dagelijks leven van de kinderen in de groep. Sommige kinderen praten erover, anderen hebben het moeilijk om hen te missen.

Verloop

Geef vertrouwde personen een plaats in de groep via een familie kaft. Vraag foto's aan de ouders van alle personen / dieren die van belang zijn voor het kind. Indien je deze niet binnen een redelijke termijn ontvangt, kan je aanbieden zelf foto's te nemen van de vertrouwenspersonen die in de opvang komen. Ga aan de slag met het familie kaft zodra elk kind uit de groep vertegenwoordigd is. Zorg dat het kaft tegen een stootje kan opdat het vrij toegankelijk is voor de kinderen.

'Amber, je bent een tijdje weg geweest door ziekte. Ik zie dat je het moeilijk hebt. We zullen samen in het familie kaft kijken.' 'Kijk nu, dit is jouw Nonna. Geen probleem, het is OK dat je verdriet hebt.' Laat kinderen het familie kaft op hun eigen manier beleven.

Variaties

Vertel op basis van het familie kaft. 'Wie is dit? Ja, klopt, dit is vavake van Ann-Sophie. Jij hebt ook een vavake hé Dries?' Leg linken tussen vertrouwde personen van diverse kinderen. 'Kijk eens wie er nog zo'n krullen als Mohammed. Klopt, zijn papa heeft ook zo'n krullen. En jouw mama heeft ook krullen hé Lindsey.'

Pedagogische en andere aandachtspunten

Een familie kaft geeft kinderen de kans om hun verdriet te uiten en te plaatsen. Een familie kaft wordt vaak ten onrechte afgevoerd omdat kinderen hierbij (extra) huilen. Ze worden bij verdriet vaak afgeleid terwijl we dit juist moeten erkennen. Het uiten van hun emoties werkt stressverlagend en draagt bij tot een veilige hechting aan de kindbegeleiders.   

Ingezonden door Kathleen De Gols (AG Kinderopvang Brabbel) – 14 augustus 2017.
Evaluatie
1. Wat vonden de kinderen van de speelactiviteit? Waaraan zag je dit?
2. Wat zou je opnieuw/meer doen?
3. Wat zou je anders doen?
4. Welke activiteit sluit hier op aan en kan je hierna doen?
Evaluatie
1. Wat vonden de kinderen van de speelactiviteit? Waaraan zag je dit?
2. Wat zou je opnieuw/meer doen?
3. Wat zou je anders doen?
4. Welke activiteit sluit hier op aan en kan je hierna doen?
1
2
3
4
5
6