Vertelschort
Aanleiding

Tijdens voorleesmomenten is het ons opgevallen dat bepaalde kinderen meer aangetrokken zijn tot klein spelmateriaal in hun buurt dan het verhaal zelf. Naar aanleiding van een vorming rond voorlezen heeft een kindbegeleidster een vertelschort uitgewerkt om een prentenboek interactief voor te stellen.

Verloop

Kies één van de populaire prentenboeken. Verzamel attributen die het verhaal tot leven kunnen brengen en stop ze in de zakken van de 'vertelschort'. 'Ik denk dat we nood hebben aan een rustmoment. Wie zin heeft, kan naar hier komen voor een verhaal.' 'Wat fijn Noah, dat je de kussens helpt klaarleggen.' 'Josiefien probeert mee te kijken van op de mat, we zullen haar erbij leggen.'

Doe de vertelschort aan en neem plaats op kindhoogte. 'Anna en Leon gaan naar de boerderij.' Neem twee popjes uit de schort en stel ze voor. 'Klopt, Leon heeft zwarte haren net zoals jij, Ibrahim. Wie heeft er nog zwarte haren?'

Vervolg het verhaal zodra ze daaraan toe zijn. 'De tractor komt aangereden.' Zorg dat de kinderen de attributen zelf kunnen hanteren. 'Oh kijk, Leontien laat de tractor achteruit rijden.' Verweef de initiatieven van de kinderen in het verhaal. 'Anna en Leon mogen meerijden. Ja goed Ibrahim, zet de popjes er maar in.'

'Welke dieren zien zij allemaal op de boerderij?' Maak hen attent op de prenten. 'Ja, klopt, dat is een varken. En kijk eens wat ik hier heb?' Neem enkele speelgoedvarkens uit je zakken en geef het aan de kinderen. Wacht hun interesse af alvorens verder te vertellen. 'Oh, daar heb je Max de hond. Wat doet de hond? Inderdaad, die blaft zoals Griet nu voordoet.'  'Hoeveel kippen zien we op de boerderij? 1....2.....3!'  Haal de speelgoedkippen één per één uit je zak. En zo verder.

De kinderen waren opvallend meer betrokken bij het verhaal. We hebben ondertussen diverse boeken voorzien van attributen en deze zijn absolute favoriet bij de kinderen.

Pedagogische en andere aandachtspunten

Dit is een intensieve manier van vertellen aangezien je als begeleider het evenwicht moet vinden tussen 'trouw blijven aan het verhaal' en 'inspelen op de initiatieven van de kinderen'. Tijdens het vertellen dien je voortdurend alert te zijn voor de (non)verbale signalen van kinderen en niet enkel deze van verbaal sterke kinderen. De betrokkenheid van de kinderen is een goede maatstaf.

Trefwoorden
Rituelen
Ingezonden door (KDV Kind Jezus / Claartje) – 21 augustus 2016.
Evaluatie
1. Wat vonden de kinderen van de speelactiviteit? Waaraan zag je dit?
2. Wat zou je opnieuw/meer doen?
3. Wat zou je anders doen?
4. Welke activiteit sluit hier op aan en kan je hierna doen?
Evaluatie
1. Wat vonden de kinderen van de speelactiviteit? Waaraan zag je dit?
2. Wat zou je opnieuw/meer doen?
3. Wat zou je anders doen?
4. Welke activiteit sluit hier op aan en kan je hierna doen?
1
2
3
4
5
6